Protesi osteointegrata
Nei pazienti sottoposti all’ amputazione di un braccio o di una gamba con difficoltà ad indossare una protesi ad invaso, è possibile agganciare direttamente la protesi al corpo. Il chirurgo inserisce un impianto ortopedico direttamente nell’osso del moncone. Il collegamento della protesi a questo impianto si effettua mediante un sistema a scatto. Questa tecnica prende il nome di osteointegrazione e anche la protesi viene chiamata protesi a scatto. I medici adottano il termine di protesi osteointegrata o protesi ad ancoraggio osseo. L’apertura cutanea dalla quale l’impianto fuoriesce è detta stoma.
Qual è il principio dell’osteointegrazione?
L’ancoraggio osseo proviene dall’odontoiatria. Negli anni ’60 del secolo scorso lo scienziato svedese Brånemark scoprì che l’osso aderisce con ottimi risultati alla superficie delle viti in titanio. Il collegamento del metallo all’osso prende il nome di osteointegrazione e questo principio viene oggi impiegato su larga scala dagli ortopedici per applicare le protesi dell’anca e del ginocchio all’osso. Dagli anni ’90 la tecnica di osteointegrazione è stata perfezionata per i pazienti con l’amputazione di un braccio o di una gamba. Diversamente da una protesi dell’anca o del ginocchio, qui l’impianto fuoriesce dalla pelle consentendo di agganciarvi un braccio o una gamba artificiale. A partire dal 2009, la protesi osteointegrata (clic) viene impiegata anche nei Paesi Bassi e al momento è in forte crescita.
Is een osseointegratie (klik)prothese veilig?
Ja, dit is een veilige behandeling. Chirurg dr. Jan Paul Frölke en revalidatiearts
dr. Henk van de Meent hebben sinds 2009 met hun onderzoeksteam van het Radboudumc Nijmegen in samenwerking met andere grote centra in de wereld alle patiënten gevolgd die zij behandeld hebben met een osseointegratieprothese. Zij hebben niet alleen onderzocht wat de voordelen zijn van deze behandeling, maar ook de nadelen en eventuele complicaties in kaart gebracht. Aanvankelijk dacht men dat het implantaat aanleiding zou geven tot infectie van het bot en loslaten van het implantaat. Uit onderzoek dat is gepubliceerd in Amerikaanse internationale wetenschappelijke tijdschriften bleek bij de eerste 84 patiënten met een osseointegratieprothese dat het risico van loslating heel klein is. Bij 1 patiënt liet het implantaat los en moest vervangen worden. Vervolgstudies konden dit bevestigen, maar meer dan tweederde van de mensen bleek geregeld stoma-irritatie en stoma-infecties te hebben. Met name bij mensen die roken en bij mensen met een hoog lichaamsgewicht. De stomaklachten waren echter goed te behandelen en zijn vaak van voorbijgaande aard. Door recent ontwikkelde nieuwe chirurgische technieken komen de stomaproblemen nog maar weinig voor en zijn de klachten minder. Stomaklachten zien we nu vooral in de eerste twee jaren na de operatie.
Wat zijn de voordelen van een osseointegratie (klik)prothese?
De voordelen van de osseointegratie (klik)prothese ten opzichte van de kokerprothese blijken al na één jaar groot te zijn, maar ook na twee en vijf jaar zet deze verbetering door. Uit onderzoek bij de eerste patiënten die in Nederland behandeld werden nam de prothesedraagtijd aanzienlijk toe, de loopafstand werd groter en ook het lopen kostte minder energie. Kwaliteit van het leven nam toe en het röntgenonderzoek van het bot toonde aan dat het bot van de stomp sterker en dikker werd. Een groot voordeel van de osseointegratieprothese is dat de prothese stabiel verankerd is aan het bot. Daardoor voelen de mensen zich zekerder, kunnen beter zitten en fietsen en in de zomer hebben ze geen last van transpiratie. Een ander interessant voordeel is dat mensen met een osseointegratieprothese de ondergrond kunnen voelen. De trillingen die optreden bij het lopen over een glad of stroef oppervlak wordt via het implantaat in het bot opgemerkt. Dit fenomeen heet osseoperceptie (voelen met het bot) en geeft de persoon met een osseointegratieprothese het gevoel zijn of haar eigen been weer terug te hebben.